In het sociaal domein (Wmo, Jeugdwet en de Participatiewet) is het wettelijk recht op zorg vervangen door de zorgplicht. Dit betekent niet dat de gemeente automatisch en altijd zorg moet verstrekken. Er wordt allereerst uitgegaan van de eigen kracht van de burger. De gemeente is alleen verplicht een voorziening te treffen als de burger er op eigen kracht niet uitkomt. De gemeente beslist of en welke voorziening er nodig is. Op het moment dat de burger niet in staat is om op eigen kracht of met behulp van zijn omgeving te komen tot zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie is de gemeente verantwoordelijk voor het organiseren van de juiste ondersteuning.
Dit betekent dat jij als professional bepaalt wanneer er redelijkerwijs sprake is van eigen kracht en wanneer de gemeente verantwoordelijk is voor het organiseren van de ondersteuning. De vervolgvraag daarop is tot hoever de verantwoordelijkheid van de gemeente reikt als het gaat om het organiseren van ondersteuning. Deze grenzen zijn niet altijd even gemakkelijk te bepalen en te bewaken.
Waar ligt de grens en hoe bewaak je je eigen grens?
Hoe ga je om met hulpvragen van de burger die “tegen de grens van de redelijkheid” aan liggen of zelfs over deze grens heen gaan? Wanneer vind je een hulpvraag onredelijk?
Korte casuïstiektraining
In een korte trainingsochtend bespreken we aan de hand van praktijkgerichte casuïstiek hoe we kunnen omgaan met hulpvragen van de burger die tegen de grenzen van de redelijkheid aan liggen.
Programma
Doel
Na het volgen van deze korte training ben je in staat om in geval van ingewikkelde casuïstiek een weloverwogen besluit te nemen en te bepalen waar de grens van de zorgplicht ligt.
Waar en wanneer?
3 november 2021 van 9:00 – 12:00 uur
De training vindt online plaats via Zoom.
Kosten
€ 150,- per persoon exclusief BTW.
SKJ-geaccrediteerd
Deze training is SKJ geaccrediteerd. Na afloop van de training ontvang je een certificaat van deelname.