Meer dan 240 handhavers volgden deze leergang! |
Topdocenten – zeer goede evaluaties |
Modulair – juridische context – de praktijk – kennis en vaardigheden |
Bestuursrechtelijke handhaving
De aangiftegrens voor sociale zekerheidsfraude ligt op € 50.000. Dit betekent dat gemeenten misbruik en oneigenlijk gebruik van de bijstand met een benadelingsbedrag tot € 50.000 bestuursrechtelijk kunnen afhandelen. Het voordeel van bestuursrechtelijke handhaving is dat onderzoeken via snellere en kortere procedures zijn af te handelen. De bestuursrechtelijke handhaver of controleur heeft daarmee een belangrijke rol in de handhavingsketen. Als bestuursrechtelijk handhaver heb je geen opsporingsbevoegdheid. Daardoor is het uitoefenen van het handhavings- of controlevak een veelzijdig specialisme dat specifieke kennis en vaardigheden vereist. Daarnaast krijgen de bestuursrechtelijke handhavers in veel gemeenten een toezichthoudende rol binnen de Wmo en de Jeugdwet. De handhaving van fraude met zorggelden is een onderwerp dat veel belangstelling krijgt in de media. Veel gemeenten zijn nog zoekend naar de uitvoeringswijze en de juridische mogelijkheden voor de handhaving in het brede sociale domein. SHMC biedt de mogelijkheid om beginnende en ervaren handhavers (bij) te scholen en te trainen.
Wat bieden wij u?
SHMC verzorgt een praktijkgerichte leergang specifiek gericht op het handhavingsvak.
Specialisten uit het vakgebied
De docenten tijdens deze leergang zijn absolute toppers in het vakgebied, zoals Jan Kuipers, Arthur van Opzeeland, Fianne Faber, André Schonewille en Gerben de Boer.
Voor wie?
De leergang handhaving en controle in het Sociaal Domein is interessant voor alle medewerkers die zich bezighouden met de handhaving in het sociaal domein, zoals:
Doel
Het doel van deze leergang is om je een solide basis te geven qua kennis en vaardigheden om het controlewerk vakkundig uit te kunnen voeren.
Modulair
Deze leergang bestaat uit verschillende onderdelen die wij modulair aanbieden. Beginnende handhavers adviseren wij het hele traject te doorlopen.
Certificaat van deelname
Wanneer je meedoet aan 5 of meer modules ontvang je een certificaat van deelname.
Modules, data en prijzen
Deze leergang bestaat uit de volgende modules:
Module | Dagdelen | Data | Prijs p.p |
1. Wetgeving | 2 | 21 november 2024 (9:00 – 16:00) | € 375,- |
2. Fraudealertheid en -onderzoek | 2 | 28 november 2024 (9:00 – 16:00) | € 375,- |
3. Rechten, plichten en bevoegdheden | 2 | 5 december 2024 (9:00 – 16:00) | € 375,- |
4. Toepassing gesprekstechnieken in confronterende gesprekken en huisbezoeken | 2 | 12 december 2024 (9:00 – 16:00) | € 575,- |
5. Toezichthouderschap | 2 | 19 december 2024 (9:00 – 16:00) | € 375,- |
6. Rapporteren | 2 | 16 januari 2024 (9:00 – 16:00) | € 375,- |
7. Juridische kaders handhaving Wmo en Jeugdwet | 2 | 30 januari 2024 (9:00 – 16:00) | € 375,- |
Totaal | 14 | € 2.825,- |
De genoemde prijzen zijn inclusief opleidingsmateriaal, catering en lunch (indien van toepassing). Alle prijzen zijn exclusief BTW.
Locatie
De leergang vindt plaats op een centrale plaats in Noord- en/of Midden-Nederland.
Module 1: Wetgeving
Programma: Werken in een gemeentelijke organisatie is bijzonder, omdat de directe invloed van de politiek en de maatschappij dagelijks merkbaar is. En bijna nergens merk je dat zo sterk als in het handhavingsvak. Want hoe wordt er door de politiek en de maatschappij naar fraude en handhaving gekeken? Dit heeft zijn invloed op de toepassing van de wet. Een aantal jaren geleden schreef de wetgever een ‘harde’ aanpak van fraude voor. De laatste jaren wordt de roep om maatwerk en de menselijke maat steeds groter. Niet alles is zwart-wit. Als handhaver begeef je je regelmatig in grijs gebied. Als handhaver is het daarom zaak dat je niet alleen de letter van de wet kent, maar ook kunt handelen in de geest van de wet. Je moet de wetgeving kunnen toepassen, het goed kunnen uitleggen aan burgers en de ruimte durven nemen om, daar waar nodig, af te wijken van de standaardregels. Pas als je de de wet- en regelgeving goed kent en beheerst, kun je vrij bewegen in de ruimte die de wetgeving biedt.
Tijdens deze module komt het specifieke wettelijke kader voor het handhavingsvak aan de orde.
Middels een veelheid aan prikkelende casuïstiek vanuit commissies bezwaar en beroep, vertaalt de docent de droge stof naar herkenbare praktijksituaties.
Docent: Jan Kuipers
Module 2: Fraudealertheid en -onderzoek
Programma: Tijdens deze module neemt de docent je mee in de opbouw van een handhavingsonderzoek. Hoe herken je fraudesignalen en hoe bouw je een fraudeonderzoek op? De docent gaat hierbij verdiept in op de vraag hoe je fraudesignalen via administratief bronnenonderzoek kunt vertalen naar concrete vermoedens. Welke instrumenten kun je in welke situatie raadplegen?
Handhaving en fraudealertheid sociaal domein
Opbouw onderzoek
Bronnenonderzoek
Casuïstiek en praktijkvoorbeelden.
Docent: André Schonewille
Module 3: Bevoegdheden, rechten en plichten
Programma: Tijdens deze module wordt het wettelijke kader vertaald naar de praktische invulling van het handhavingsvak. Binnen welke kaders kun je als handhaver opereren?
Algemeen
Wetgeving
Toepassing wetgeving
Docent: Arthur van Opzeeland
Module 4: Handhavingsvaardigheden – Toepassing gesprekstechnieken in confronterende gesprekken en huisbezoeken
Programma: Tijdens de module handhavingsvaardigheden draait het om de vraag hoe je het beste de meest volledige informatie krijgt van je klanten. Hierbij gaat het niet alleen om het toepassen van je gesprekstechnieken, maar ook hóe (bewust) je ze inzet. Tijdens deze dag ga je met de theorie en oefeningen aan de slag om je technieken naar een hoger level te brengen. Het doel is dat je (nog meer) bruikbare informatie haalt uit een gesprek. Die informatie zal niet alleen kwalitatief beter zijn maar ook vollediger. Achteraf denk je bij het opstellen van je rapport bijvoorbeeld minder snel: “dat weet ik niet precies”, “stom, niet op doorgevraagd” of “ik heb me laten verleiden tot een ander onderwerp”. Je verkregen informatie is juridisch sterker onderbouwd. Ook leer je om “lastige” onderwerpen beter bespreekbaar te kunnen maken. Aan de hand van casuïstiek en met behulp van een acteur wordt een gespreksoefeningen groepsgewijs uitgevoerd.
Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere:
Docenten: Arthur van Opzeeland en Fianne Faber
Module 5: Toezichthouderschap
Programma: Toen de aangiftegrens verhoogd werd naar € 50.000 (en daarmee strafrecht op grotere afstand is gezet) is tevens de mogelijkheid gecreëerd om bestuursrechtelijke handhavers aan te stellen als toezichthouder op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht. Als toezichthouder heb je binnen de bestuursrechtelijke handhaver verdergaande bevoegdheden en onderzoeksmogelijkheden. De docent gaat interactief met je aan de slag om alle aspecten van het toezichthouderschap door te nemen. Dit betekent dat je je vragen, voorbeelden en praktijksituaties aan de docent kunt voorleggen. De docent brengt ook zijn eigen ervaringen in. Zodoende leer je van de bespreking met de docent, maar ook van de inbreng van medecursisten. Daarnaast neemt de docent alle wettelijke kaders aangaande het toezichthouderschap met je door. Hierbij komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod:
Docent: André Schonewille
Module 6: Rapporteren
Programma: De handhaver verwoordt zijn conclusies in een rapportage. Deze rapportage en het daarin verwoorde advies van de handhaver, is in veel gevallen de basis voor het beëindigen van het recht op uitkering of het niet toekennen van een aanvraag. Deze besluiten zijn uitermate bezwaargevoelig. Het is daarom van het grootste belang dat de rapportage juridisch juist en volledig is. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en -opdrachten komt het volgend aan de orde:
De docent vraagt je om voorafgaand aan deze module een korte rapportage te schrijven aan de hand van een casus. Tijdens de training bespreekt de docent plenair de rapportages, waarbij hij tips en trucs deelt met de deelnemers.
Docent: André Schonewille
Module 7: Juridische kaders handhaving Wmo en Jeugdwet
Programma: Bij handhaving gaat het vaak over het rechtmatigheidsaspect van de Participatiewet. Maar in het brede sociale domein krijg je als handhaver een steeds breder takenpakket, waarbij je ook een rol hebt in de handhaving van de Wmo en Jeugdwet. Misbruik van voorzieningen binnen de Wmo en de Jeugdwet zijn een hot item en veel gemeenten werken aan een gedegen aanpak hiervan. De Participatiewet, de Jeugdwet en de Wmo zijn zeer verschillend. In de praktijk levert dit vragen op. In de Participatiewet kan de inwoner bijvoorbeeld recht hebben op bijstand, maar bij de Wmo heeft de gemeente een resultaatverplichting en in de Jeugdwet een jeugdhulpplicht. Wat is dan misbruik? Welke juridische gronden zijn er voor onderzoek, eventueel beëindigen en mogelijk zelfs terugvordering? En hoe zit het met de privacy en het gebruik van verkregen informatie binnen de verschillende wetten? Onderwerpen die tijdens deze module aan bod komen zijn onder andere:
Docent: Gerben de Boer